‘Piloot’ Jasper Steens op zijn plek bij De Graafschap

Het was ooit zijn jongensdroom. Piloot bij de luchtmacht. Jasper Steens (37) kwam echter niet door de keuring en koos een andere weg. De Duivenaar volgde een opleiding voor fysiotherapeut en belandde via Vitesse bij De Graafschap. Van die stap heeft het huidige hoofd van de medische staf van de Doetinchemse club nog geen moment spijt gehad.

Steens kwam na zijn opleiding fysiotherapie en stageplaatsen bij het Sport Medisch Centrum op Papendal en bij een praktijk in Zutphen in 2005 in dienst bij Vitesse. “Ik keepte toen in het tweede elftal van DVV en Han van den Berg, destijds fysiotherapeut bij Vitesse, was mijn ploeggenoot. Hij heeft me gevraagd voor Vitesse A1.”

Na drie seizoenen bij de oudste jeugd trad Steens in vaste dienst bij de Arnhemse eredivisionist. “Ik kreeg toen te maken met mannen als Ricky van Wolfswinkel, Alexander Büttner, Sansoni, Rogier Molhoek  en Nicky Hofs. Ricky en Alexander kende ik al vanuit de jeugd en al die jongens proberen je te testen. Maar ik kom zelf uit de voetballerij en heb ook nooit tegen die jongens opgekeken. Ik laat me ook niet zo snel gek maken. Het was in ieder geval hele mooie tijd.”

Aan die periode kwam een einde na een telefoontje uit Doetinchem, in mei 2017. Steens vertrok bij Vitesse. “Ik zat er lang en ik kon niet doorgroeien. Toen kreeg ik plotseling een belletje van Peter Hofstede, manager voetbalzaken bij De Graafschap. Of ik interesse had? Nou, ik had na het eerste gesprek meteen een goed gevoel. Voor mijn persoonlijke ontwikkeling was het een stap vooruit en ik heb er tot op de dag van vandaag nog geen moment spijt van gehad.”

Als hoofd van de medische staf rust er een grote verantwoordelijkheid op de schouders van Steens. “Door de beperkte financiële situatie komt er meer op je bordje terecht”, legt de Duivenaar uit. “Je bent ook psycholoog, fysieke trainer, performance coach en voedingsdeskundige. Er komt veel bij kijken, ook in het regelwerk. Je hebt contact met de trainer en de kok. Wat is verstandig? Wie mag wat meer of moet wat minder als het gaat om belasting en eetgewoonte?”

Als het gaat om wel of niet spelen bij een (lichte) blessure heeft Steens een adviserende rol. “De uiteindelijke beslissing ligt bij de trainer en de speler zelf. Is het echt medisch onverantwoord om te spelen, dan zeg ik dat natuurlijk. Buiten levensbedreigende situaties gaat alles in overleg. Ik geef de risico ’s aan als je bij een blessure toch wil spelen. Tot nu toe is alles altijd in overleg met de hoofdtrainer gegaan. Wie dat ook was. En dan is er ook nog een verschil of je de derde wedstrijd in het seizoen speelt of een bekerfinale aan het einde. Dan neem je mogelijk wat meer risico.”

Steens maakte tal van trainers mee, met ieder een eigen verhaal. Steens somt een groot aantal namen moeiteloos op: bij Vitesse Hans Westerhof, Edward Sturing, Theo Bos, Albert Ferrer, John van den Brom, Fred Rutten, Peter Bosz, John Lammers, Gerrie Hamstra, Hans van Arum en André Paus en bij De Graafschap Jan Vreman, Henk de Jong en Mike Snoei.
“Hans Westerhof was een lieve man en daar heb ik veel van geleerd”, zegt Steens. “Zorg dat je in de voorbereiding fit blijft, want raak je dan geblesseerd, dan loop je er het hele seizoen achteraan, zo meende hij. Dat is me van hem bijgebleven. Als persoon een geweldige man.”

John van den Brom is volgens Steens ook een goed ‘People manager’. “John kon een hele goede sfeer creëren er een hecht team van maken. Hij had ook oog voor mensen op kantoor en de medische staf.”

In de laatste jaren had Steens bij De Graafschap te maken met Henk de Jong (nu Cambuur) en Mike Snoei, de huidige trainer bij de Doetinchemse club. “Henk gaf iedereen een goed gevoel en was op dat moment prima voor de club. Met de komst van Mike was het in het begin even wennen, maar zijn werkwijze ligt mij wel. Mike is professioneel en straight. Mike wil een volgende stap maken en zaken verbeteren. De Graafschap was toch altijd een beetje een club van: we hebben het altijd zo gedaan. Maar de tijd staat niet stil.”

Steens zegt met Snoei ‘te kunnen lezen en schrijven’. “Maar als ik ergens iets van vind, dan zeg ik dat. Ik onderbouw dat met argumenten met het doel de club en de speler verder te helpen. Het is ook niet van: zo moet het. Uiteindelijk ben je bij elke trainer op zoek naar hoe je met elkaar omgaat en hoe je iets brengt. Als je op zaterdagavond had verloren, moest je bij Peter Bosz op zondagochtend echt niet met iets onnozels aankomen. Daar kon je dan beter een dag mee wachten.”

Op medisch gebied is De Graafschap meegegaan in de vaart der volkeren. “We meten alles. Iedere speler draagt bij ons een GPS-kastje en een hartslagmeter”, zegt Steens. “Dat lezen we uit en zo kunnen we precies zien wat iedereen aan inspanningen levert, hoeveel meters hij maakt en met welke snelheid.”
Een klein verschil met een aantal andere clubs is er wel. “Bij clubs als Feyenoord, Ajax en Vitesse zitten er allerlei mensen die met al die data bezig zijn en dat verwerken. Ik doe dat erbij, maar het is leuk en leerzaam.”

“Overal waar wij trainen en spelen beschikken we over een AED-apparaat langs de lijn”, vervolgt Steens. “Bepaalde gebeurtenissen hebben daaraan bijgedragen. Het geval van Evander Sno bij Vitesse en Nouri bij Ajax heeft de boel op zijn kop gezet. Bij De Graafschap hebben we dit soort zaken ondanks beperkte financiële middelen prima voor elkaar. Daar wordt niet op bezuinigd. Gezondheid staat voorop.”

Piloot bij de luchtmacht is een niet uitgekomen jongensdroom en nu hoofd van de medische staf bij De Graafschap. Steens is er gelukkig mee. “Werken in de voetballerij en er op mijn terrein verantwoordelijk voor zijn, is fantastisch. Privé is het soms lastig, want toen mijn zoontje voor het eerst op een groot veld moest spelen, kon ik er niet bij zijn. Maar ik zie mezelf ook niet op kantoor werken van negen tot vijf.”

Ambities? “Die zijn er wel. Ik zou best een keer naar het buitenland willen of in Nederland in de top werken. Maar voorlopig ben ik prima op mijn plek bij De Graafschap.”